Augsburg

De vrije rijksstad Augsburg heeft oude papieren: ze is gesticht door de Romeinen ten tijde van keizer Augustus (15 v.Chr.) en heet dan Augusta Vindelicorum. Al in de vierde eeuw is de stad een bisschopszetel: de kathedraal (Dom unserer lieben Frau) heeft resten uit die tijd in de fundamenten. De oudste fundamenten van de basiliek St. Ulrich und Afra stammen uit de achtste eeuw: de heilige Afra sterft in 304 na Christus en bisschop Ulrich wordt in 973 in haar nabijheid begraven. In 1156 verleent keizer Frederik I Barbarossa aan Augsburg stadsrechten.
Na een opstand tegen de bisschop (1250) krijgt de stad zelf de zeggenschap over de plaats en de inwoners: sinds 1276 is het een onafhankelijke rijksstad.
De strategische ligging aan handelsroutes (bij voorbeeld die van Venetië naar het noorden) maakt Augsburg welvarend. Het bankiersgeslacht Fugger bouwt er zijn imperium op en Jakob Fugger de Rijke sticht er in 1516 de Fuggerei, het oudste sociale woningbouwproject ter wereld, dat nog steeds in functie is.
Ten tijde van de regering van keizer Karel V verblijft Maarten Luther enige tijd in Augsburg op terugreis uit Rome (1511). In 1518 wordt hij in Augsburg verhoord over zijn opvattingen door kardinaal Thomas Cajetanus. Dat gebeurt tijdens het bekende godsdienstgesprek van 12 tot 15 oktober in het paleis van de familie Fugger, in het kader van de Rijksdag van Augsburg. Al snel na dit gesprek komt in Augsburg een reformatiebeweging op gang. De reformator Melanchthon schrijft in 1530 de Augsburgse confessie, nu nog de geloofsbelijdenis van de lutheranen in Duitsland. Oorspronkelijk is dit een document ter voorbereiding op de confrontatie met keizer Karel V op de rijksdag.
Melanchthon is gericht op bemiddeling, en hij legt hier in 28 artikelen de principes van de Reformatie uit, onderbouwd met verwijzingen naar bijbelteksten.(Bij de totstandkoming van de Nederlandse PKN (Protestantse kerk in Nederland) bleek de ruimte die deze geloofsbelijdenis biedt toch problematisch voor een aantal orthodoxe gelovigen.) In Augsburg wordt deze belijdenis vanaf 1530 de basis voor de protestantse meerderheid van de bevolking. In de voortdurende strijd om het ware geloof bepaalt de Vrede van Augsburg in 1555 dat elke vorst mag bepalen welke religie door zijn onderdanen mag worden aangehangen, volgens het principe cuius regio, eius religio (wiens rijk, diens godsdienst). Daarmee krijgt de reformatie in Duitsland een wettelijke basis.
De Dertigjarige oorlog (1618-1648) en de daarmee verbonden economische achteruitgang maken een einde aan de bloei van de stad. Tijdens die oorlog worden vanaf 8 augustus 1629 de protestanten in Augsburg onderdrukt op basis van een besluit van de roomse keizer Ferdinand II. Hun wordt verboden hun geloof te belijden en te praktiseren. Met de Vrede van Westfalen (Műnster) eindigt de Dertigjarige oorlog en worden de Augsburgse kerken verdeeld tussen katholieken en protestanten. Sinds 1650 wordt op 8 augustus elk jaar het Hohes Friedensfest gevierd, waarbij de geloofsvervolging wordt herdacht en de geloofsvrijheid wordt gevierd. Sinds 1984 viert ook de katholieke kerk het Friedensfest mee. Om de drie jaar wordt door de gemeente Augsburg de Augsburgse Vredesprijs uitgereikt.
Tegenwoordig is Augsburg de op twee na grootste stad van Beieren.

 
 

Bad Frankenhausen

De centrale partijleiding van de SED en de regering van de DDR besluiten in 1973/1974 een panoramamuseum op te richten in de buurt van Bad Frankenhausen, op de berg waar op 15 mei 1525 een leger van opstandige boeren, burgers en buitenlui onder leiding van Thomas Müntzer vernietigend is verslagen. Op 8 mei 1974 wordt de eerste steen voor het gebouw gelegd. Het eerste contact met schilder Werner Tübke komt tot stand.
Als de schilder op 16 oktober 1987 zijn signatuur plaatst, is het aan één stuk geweven doek van 15 bij 125 meter beschilderd met een bijzondere voorstelling.

Waarom deze enorme inspanningen, dit megaproject ? Aanleiding is de herdenking (450 jaar) van de Frankenhäuser Bauernschlacht van 14/15 mei 1525. Ook leven en werk van Thomas Müntzer waren het volgens de regering van de DDR waard in herinnering te worden geroepen. Hij werd kennelijk als voorbeeldig revolutionair gezien. Onder zijn leiding stonden de Thüringer boeren, toen ze door het leger van de vorsten werden verslagen. En eind jaren ’80 konden de DDR-autoriteiten wel een aansprekend voorbeeld gebruiken…. De ironie van de geschiedenis wil dat het panoramamuseum voor het publiek werd geopend op 19 september 1989, nog geen twee maanden voor de Wende.

Al in de veertiende en de vijftiende eeuw zijn door heel Europa heen boeren in verzet gekomen tegen de machthebbers. Ook komen arme burgers in diverse steden in opstand tegen patriciërs en geestelijkheid. Adel en geestelijkheid zien dit als verzet tegen het wettige gezag, verzet dat met harde hand moet worden neergeslagen. Ze hebben trouwens zelf ook geen belang bij verandering van de status quo. Maar de opstandige beweging lijkt in het begin van de zestiende eeuw de wind in de zeilen te krijgen door de Reformatie.

Als Maarten Luther zich openlijk keert tegen de misstanden in de katholieke kerk en benadrukt dat iedere gelovige zelfstandig met God in het reine moet komen, waarbij de kerk als het erop aankomt niet nodig is, is dat uiteraard koren op de molen van diegenen die tot dan toe de geestelijkheid nodig dachten te hebben voor hun zielenheil.
Luther noemt een christen “…ein Herr über alle Dinge und niemandem Untertan…”. Bijbelpassages wijzen expliciet op de noodzaak van gerechtigheid voor allen. Dan is het dus niet vreemd dat gewone mensen opkomen voor hun rechten.

Luther wil echter de kerk hervormen en is niet primair uit op maatschappelijke veranderingen. Maar vanwege zijn kritische houding tegenover hoogmoedige vorsten heeft de door hem ingezette hervorming wel degelijk aan de opstanden bijgedragen. Thomas Müntzer, luthers predikant te Mühlhausen, wil naast de kerk ook de samenleving naar bijbels voorbeeld hervormen. Hij werpt zich op als aanvoerder van de Thüringer boeren en streeft naar gemeenschappelijk bezit, verplichting van allen tot arbeid en afschaffing van de overheid.

De vrije rijksstad Memmingen sympathiseert met de wensen van een aantal groepen boeren, die hun levensomstandigheden willen verbeteren zonder een oorlog te beginnen.
Dat leidt tot de twaalf artikelen van Memmingen, waarin hun wensen worden vastgelegd. Omdat de boeren regionaal georganiseerd zijn, blijken ze niet opgewassen tegen de militair beter toegeruste adel. De boerenopstand wordt bloedig neergeslagen.

 
 

Bohemen

Bohemen is een regio in Tsjechië, ongeveer twee derde van het Tsjechische grondgebied. De eerste vermelding ervan stamt al uit de tijd van de Romeinen. Toeristische trekpleisters als het Reuzengebergte en de Tsjechische hoofdstad Praag maken er deel van uit. In de negende eeuw behoort Bohemen tot het christelijke Moravische rijk; het is dan op Byzantium georiënteerd. Later verschuift de oriëntatie naar Rome.

In de elfde eeuw wordt Bohemen onderdeel van het Heilige Roomse Rijk. In 1370 wordt de reformator Jan Hus geboren in het Boheemse plaatsje Husinek. Als hij in Praag gaat studeren, is het de tijd van koning Wenceslaus IV, diens vrouw Sophia, die Jan Hus als biechtvader kiest en daarmee invloedrijk maakt, en Wenceslaus’ broer Sigismund, keizer van het Heilige Roomse Rijk. Jan Hus wordt tijdens het concilie van Konstanz wegens ketterij veroordeeld en verbrand, ondanks een vrijgeleide van keizer Sigismund. Boheemse edelen en prominenten hebben via een tweetal petities bij Sigismund op gratie voor Hus aangedrongen, maar die petities zijn door de keizer genegeerd.

Als Sigismund zijn broer Wenceslaus opvolgt als koning van Bohemen, breekt er dan ook een opstand uit. Sigismund houdt vervolgens zeven kruistochten tegen de Hussieten, van wie een deel de stad Tabor in Zuid-Bohemen sticht. In 1433 krijgen de Hussieten volgens de Compacta van Praag toestemming om een deel van hun wensen te realiseren. Paus Pius II verklaart de Compacta overigens in 1462 al nietig; de Hussieten worden daarna geleidelijk gemarginaliseerd. Later komt Bohemen in handen van de Habsburgers, maar het blijft een onafhankelijk koninkrijk.

In 1618 begint in Praag de Dertigjarige oorlog; daardoor valt Bohemen aan Oostenrijk toe. Pas halverwege de achttiende eeuw komt er een eind aan Bohemens autonomie. Religieus gezien heeft de kerk van Rome er dan de meeste invloed.

Na de Eerste Wereldoorlog wordt Bohemen onderdeel van Tsjecho-Slowakije. Dan komt Jan Hus weer steeds meer in de belangstelling te staan. In 1920 wordt een oude kerk tot nationale Hussitische kerk omgedoopt, waarna een half miljoen Tsjechen de Rooms-Katholieke kerk verlaten. Het groeiende anti-katholicisme leidt zelfs tot spanningen tussen Rome en Praag.

In het huidige Tsjechië en Slowakije bestaan zo’n 300 Hussitische kerkelijke gemeenten.

 
 

Dordrecht

De havenstad Dordrecht ontwikkelt zich in de loop van de middeleeuwen tot stapelplaats voor de handel in wijn, hout en graan. In deze stad wordt in juli 1572 de vergadering van de Staten van Holland gehouden waarin de vertegenwoordigers van de Hollandse steden zich keren tegen de katholieke Spaanse koning, Filips II, en hun vertrouwen uitspreken in hun leider, stadhouder Willem van Oranje. Dit is een belangrijk moment in de Tachtigjarige Oorlog, de vrijheidsstrijd van de Nederlandse gewesten tegen Spanje, omdat de financieel sterke steden van Holland nu een gezamenlijke vuist maken tegen de centraliserende macht van Spanje. De Nederlandse gewesten bestaan inmiddels uit een bont palet aan bisdommen, graafschappen en hertogdommen en de steden hebben op basis van hun stadsrechten een grote mate van zelfbestuur. Men accepteert niet dat Filips II als hun landsheer alle adviezen van onderop negeert en van bovenaf nieuwe belastingwetten uitvaardigt en bepaalt dat alle burgers trouw moeten blijven aan de katholieke kerk.
De onverzoenlijke opstelling tegenover de aanhangers van het protestantisme tijdens het bestuur van de hertog van Alva, landvoogd van 1567-1573, kost velen het leven en zet veel kwaad bloed. Onder leiding van Willem van Oranje komt het tot een confrontatie, die de Tachtigjarige Oorlog zal gaan heten (1568–1648). Aanvankelijk lijkt Oranje het onderspit te delven, maar vanaf 1572 (de inname van Den Briel door de watergeuzen op 1 april) keren de kansen. Werden eerst overtuigde calvinisten ter dood gebracht, nu zijn het standvastige katholieken die onder bruut geweld het leven laten. Zo worden op 9 juli 1572 zeventien priesters en twee lekenbroeders uit de stad Gorinchem in Den Briel gefolterd en opgehangen in een turfschuur. De militaire strijd gaat door. Naarden wordt door de Spaanse toepen heroverd en een groot deel van de bevolking wordt vermoord. Leiden wordt na een uitputtende Spaanse belegering in 1574 ontzet en krijgt als dank voor getoonde standvastigheid van Oranje in 1575 een protestantse universiteit, de eerste in de Nederlanden.
De gematigde opvolger van Alva, Requesens, schaft enkele omstreden belastingen af, maar weet toch geen echte oplossing te bewerkstelligen. De gematigde krachten proberen door de Pacificatie van Gent (1576) en het Eeuwig Edict (1577) de strijd te beslechten, maar onverzoenlijke calvinisten, met name in Holland en Zeeland, tolereren geen ruimte voor de katholieke kerk. De strijd gaat door. Via onderhandelingen weet Oranje steeds meer steden aan zich te binden; Amsterdam sluit zich echter pas in februari 1578 bij hem aan. Partij kiezen is immers schadelijk voor de handel…
Via de Unie van Utrecht (1579) spreken de noordelijke gewesten zich uit voor maximale zelfstandigheid. Ze vormen samen de Zeven Provinciën: Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland. Als Filips II in 1580 Oranje in de ban doet en Parma als landvoogd en militair leider optreedt, besluiten de Staten in 1581 tot de “Acte van Verlatinge”, waarbij ze de koning afzweren. Daarmee is de harde confrontatie een feit. Willem van Oranje sterft in 1584 door moordenaarshand; zijn zoons Maurits en Frederik Hendrik zetten de strijd voor de vrijheid voort. Het zal nog tot 1648 duren voor de Vrede van Münster (Westfalen) een eind maakt aan de Tachtigjarige oorlog. Tijdens het Twaalfjarig Bestand, een gevechtspauze in die lange oorlog, is Dordrecht nog een keer het middelpunt. Op de Dordtse synode wordt in 1619 een richtingenstrijd onder de calvinisten beslecht, waarmee de gematigden, de remonstranten, het onderspit delven en het besluit genomen wordt tot het vertalen van de Bijbel in het Nederlands: de Statenvertaling.

 
 

Londen

De stad Londen is in het jaar 43 gesticht als hoofdstad van de Romeinse provincie Brittannia. Na een verwoesting in het jaar 61 vrij snel herbouwd, groeit Londen uit tot een grote stad, die na het vertrek van de Romeinen in verval raakt. Rond 600 bekeert Ethelbert van Kent zich als eerste Angelsaksische koning tot het christendom. Hij sticht de voorloper van St.Pauls’ cathedral. Na de verwoestingen door Willem de Veroveraar eind elfde eeuw wordt Londen de hoofdstad van diens gebied; hij legt de fundamenten van de Tower. Hij is de eerste koning die gekroond wordt in de Westminster Abbey; sindsdien hebben alle Engelse kroningen in deze kerk plaatsgevonden. Ook sticht Willem Windsor Castle, een nog altijd bewoond koninklijk paleis van Groot-Brittannië.
Halverwege de twaalfde eeuw is Londen een welvarende hanzestad, geregeerd door kooplieden. Eind veertiende eeuw moet John Wyclif zich in Londen verantwoorden voor zijn hervormingsgezinde opvattingen. Tijdens zijn proces in 1378 breekt een volksoproer van medestanders uit. Wyclifs opvattingen, die later veel invloed hebben gehad op Jan Hus en andere hervormers, leiden o.a. tot de Boerenopstand van 1381.
Begin zestiende eeuw vervult Thomas More vele functies in dienst van koning Hendrik VIII te Londen. Hij is een fel verdediger van het katholicisme en bestrijdt Luthers reformatie. Als Hendrik VIII wil scheiden van Catharina van Aragon, omdat ze hem geen zoon schenkt, verdedigt More wel diens huwelijk met Anna Boleyn, maar hij weigert in te stemmen als de koning zich tot hoofd van de Engelse kerk uitroept. More weigert dus ook de eed op de Act of Supremacy, waarbij de koning alle macht over de kerk krijgt. Hij is principieel tegen het doorbreken van de eenheid der christenen onder leiding van de paus. Dit leidt uiteindelijk tot zijn onthoofding in 1535.
Als Hendrik VIII zich aan het hoofd van de anglicaanse kerk afscheidt van Rome, sluit hij de katholieke kloosters. Kerken worden verwoest of gaan over in andere handen. In de zestiende eeuw zijn er veel spanningen tussen katholieken en protestanten. Onder koning Edward VI drukt de theoloog Cranmer een stevig stempel op de anglicaanse kerk: als sacramenten blijven avondmaal, biecht en doop over en in het Book of Common Prayer wordt de anglicaanse liturgie nauwkeurig vastgelegd. Na de dood van Edward VI komt echter Maria Tudor (Bloody Mary) aan de macht. Zij laat een paar honderd protestanten, onder wie Cranmer, terechtstellen en probeert in Engeland het katholicisme te herstellen.
In 1558 valt de macht toe aan Elisabeth I, een anglicaanse dochter van Hendrik VIII, die op haar beurt katholieken laat martelen en executeren…. Onder haar lange bewind komt Londen tot bloei en komen veel protestantse ballingen van het Europese vasteland naar Londen. Rond 1600 heeft de stad zo’n 200.000 inwoners en ze behoort daarmee tot de grootste steden van Europa.
Op 5 november 1605 wordt het Gunpowder Plot verijdeld: een groep katholieken, onder wie Guy Fawkes, wil in Westminster een aanslag plegen op koning Jacobus I en een groot deel van de Engelse aristocratie. Guy Fawkes Night wordt in Engeland nog altijd gevierd.
Tegenwoordig is dat echter meer folklore dan een bewijs van tegenstellingen tussen katholieken en protestanten…
Twee grote rampen in de zeventiende eeuw treffen Londen: de pest in 1665 (100.000 doden) en de brand in 1666, die een groot deel van de stad verwoest. St.Pauls gaat ook in de vlammen ten onder. In 1688 trekt de Hollandse stadhouder Willem III Londen binnen, door de protestanten, die bang zijn voor een katholieke troonpretendent, gevraagd om “de orde te herstellen”. Na deze Glorious Revolution regeert hij samen met zijn vrouw Mary, de koningin, als koning over Engeland.

 
 

Münster

Reeds in 793 richt Karel de Grote het bisdom Münster op. Tijdens de Middeleeuwen is Münster een bloeiende Hanzestad, met handelscontacten over heel Europa. In de veertiende eeuw beleeft de stad twee bijzonder moeilijke jaren: in 1382 sterven duizenden burgers aan de pest en in 1383 gaat een groot deel van de stad in vlammen op. Nog elk jaar herdenkt Münster deze rampjaren tijdens de Grosse Prozession in juli.

In 1525 komen in Zürich protestanten tot de conclusie dat de doop van kinderen niet op bijbelteksten terug te voeren is. Ze besluiten daarom voortaan alleen volwassenen te dopen, en wel nadat dezen hun geloof in het openbaar hebben beleden. Omdat ze de doop van kinderen onbijbels achten, laten velen zich opnieuw dopen, vandaar de naam wederdopers. Zowel door katholieken als protestanten worden ze vervolgd, hoewel velen zich alleen maar zo trouw mogelijk aan de Bijbel zeggen te willen houden. Voorbeelden daarvan zijn Menno Simonsz. en in onze tijd de Amish people (Ohio, Pennsylvania).

Sinds 1529 vindt er in Münster protestants getinte prediking plaats, die zich richt tegen allerlei misstanden in de katholieke kerk. In 1533 gaan de kerken van Münster in protestantse handen over. Ze worden ordelijk ontdaan van heiligenbeelden en altaren. In januari 1534 worden de predikanten door twee doopsgezinde predikanten uit de Nederlanden herdoopt. In februari krijgen doopsgezinden de meerderheid in het stadsbestuur. Met Pasen 1534 verwacht men de wederkomst van Christus op aarde, en wel in de stad Münster.

Van alle kanten komen nu doopsgezinden naar Münster. In de stellige verwachting van de wederkomst heeft men geen enkel respect meer voor paus en/of keizer, bisschop of vorst. Ook de boeteprediker Jan Matthijsz. arriveert in de stad, wat leidt tot een beeldenstorm, waarbij veel bewaard gebleven kerkelijk en cultureel erfgoed alsnog wordt vernietigd. De Münsterse bevolking wordt voor de keus gesteld: zich laten herdopen of de stad verlaten. Velen verlaten de stad; hun plaats wordt ingenomen door doperse sympathisanten die massaal naar Münster komen. De stad wordt omsingeld door een leger van de bisschop.

Als met Pasen 1534 geen wederkomst plaatsvindt, pleegt Jan Matthijsz. zelfmoord door de stad uit te lopen, in de armen van het bisschoppelijke leger. Jan van Leiden neemt zijn plaats als hoogste autoriteit in. Eind juni voert hij de regel in dat iedere vrouw zich onder bescherming van een man moet stellen. Daarbij wordt polygamie toegestaan. Als een aanval van de bisschoppelijke troepen eind augustus wordt afgeslagen, ziet men dit als een teken van God. Jan van Leiden laat zich nu tot koning kronen. De stad wordt optimaal versterkt en de inwoners zingen luidkeels geestelijke liederen om hun belegeraars te imponeren.

Als hulp uit de Nederlanden uitblijft en de belegering tot grote hongersnood leidt, lukt het de belegeraars eind juni 1535 de stad in te nemen. Ze richten een enorme slachting aan onder de doopsgezinden. De leiders worden gevangengenomen en eind januari 1536 op gruwelijke wijze geëxecuteerd. Hun lichamen worden in ijzeren kooien aan de toren van de Lambertikerk gehangen.

In 1648 komt in het stadhuis van Münster de Westfaalse Vrede tot stand, waarbij de stad een zelfstandig bisdom wordt. Het interieur van de Vredeszaal is bewaard gebleven, ondanks de verwoesting van de stad in de Tweede Wereldoorlog.

 
 

Nantes

De stad Nantes (Loire), handelsstad sinds de Romeinse tijd en bisschopsstad sinds de vierde eeuw, is misschien wel het bekendst geworden vanwege het Edict van Nantes, dat in 1598 de Franse hugenoten beperkte rechten op uitoefening van hun geloof verschaft.
De Parijse theoloog en humanist Jacques Lefèvre d’Etaples (1455-1536) ontwikkelt in de tijd van de Reformatie een eigen visie op de Bijbel, die hij ook in het Frans vertaalt. Om hem heen verzamelen zich Franstalige protestanten, onder wie Calvijn en Farèl. Maar vanwege vervolging vluchten velen naar het buitenland; er ontstaan gemeenten van hugenoten in onder andere Straatsburg, Londen en Genève.

Veel Franstalige predikanten krijgen hun opleiding in Genève. In 1559 komen de calvinistische kerken in Frankrijk voor het eerst bij elkaar op de synode van Parijs, waar ze besluiten tot een calvinistische geloofsbelijdenis en kerkorde. Tussen 1559 en 1561 groeit het aantal calvinistische gemeenten in Frankrijk van circa 50 tot ruim 2000.
In 1571 wordt op de generale synode te La Rochelle de Confessio Gallicana vastgesteld, een calvinistische geloofsbelijdenis.

Intussen zijn in 1562 de Franse godsdienstoorlogen uitgebroken, die aanhouden tot 1598. De grootste aanhang hebben de hugenoten onder adel en middenklasse. Ook komt het protestantisme in Frankrijk in bepaalde (zuidelijke) regio’s tot ontwikkeling. Het noorden en Parijs en omgeving blijven katholiek. De koning heeft van de paus het recht van benoeming van bisschoppen en abten verkregen en verzet zich dus tegen de calvinistisch-protestantse adel, die weinig moet hebben van de absolute monarchie.

Tragisch dieptepunt van de eerste van de negen hugenotenoorlogen is de Bartholomeüsnacht (25 augustus 1572). Ter gelegenheid van het huwelijk van Hendrik van Navarra, de leider van de hugenoten, met de katholieke prinses Margaretha van Valois is de protestantse elite naar Parijs gekomen. Deze wordt afgeslacht en door heel Frankrijk worden protestanten van hun bed gelicht en vermoord. Deze massamoord is de geschiedenis ingegaan als de Bloedbruiloft. Hendrik van Navarra wordt gevangengezet.
Na zijn ontsnapping uit Parijs in 1576 vlucht hij naar La Rochelle. Als de katholieke koning Hendrik III hem nodig heeft bij de strijd tegen militante rooms-katholieken, komt hij deze te hulp, en als Hendrik III wordt vermoord, volgt hij hem op als koning Hendrik IV. Daarvoor moet hij overigens wel katholiek worden….

In april 1598 verblijft Hendrik op het kasteel van de hertogen van Bretagne en kent hij in het Edict van Nantes beperkte vrijheid van religie toe aan de hugenoten. Ze mogen hun kerkdiensten houden in reeds protestantse kerken, in kastelen van protestantse edelen en in één stad per district, behalve Parijs. Ze krijgen een aantal plaatsen toegewezen waarin ze een garnizoen mogen leggen en synoden mogen houden. Daarnaast komt er gewetensvrijheid en krijgen de protestanten burgerrechten. Lodewijk XIV herroept nog geen eeuw later, in 1685, het Edict van Nantes, waarmee de toegekende rechten komen te vervallen. De imposante kathedraal van Nantes getuigt nog steeds van de vitaliteit van het katholieke geloof.

 
 

Zürich

Zürich is de grootste stad van Zwitserland, hoofdstad van het gelijknamige kanton.
Het is het economisch centrum van Zwitserland. Ook cultureel is het een belangrijke plaats. Het is een oude stad (door de Romeinen Turicum genoemd), die in 1262 de kwalificatie Reichsstadt krijgt. Vanaf 1336 vormen stadsadel en gilden gezamenlijk het bestuur. In 1351 sluit Zürich zich aan bij het Zwitserse Eedgenootschap, een verbond van (stads)staatjes, waarvan het samen met Bern de leiding krijgt.

In 1519 krijgt de reformator Zwingli de geestelijke leiding en wordt de stad een centrum van de Zwitserse reformatie. Zwingli is als geestelijke verbonden aan de Grossmünste, de kathedraal van de stad. Hij accepteert alleen het gezag van de Bijbel en verwerpt alles wat daarin niet is te vinden. Hij weet het stadsbestuur mee te krijgen, dat Zürich in 1524 officieel hervormd verklaart. In 1524 gaat als gevolg van zijn reformatie ook de Fraumünster over tot de reformatie; de inwonende kloosterorde wordt opgeheven.

Zwingli schenkt de Zwitsers vanaf 1525 een eigen bijbelvertaling, de Froschauer Bibel, die in Zürich wordt gedrukt en uitgegeven door de drukker Christoph Froschauer tussen 1525 en 1531. Op basis van zelfstandige Bijbellezing komen burgers in Zürich tot de conclusie dat vasten niet bijbels gefundeerd is en dus niet verplicht kan worden gesteld. In het huis van Froschauer nuttigt een groep gelovigen daarom tijdens de vastentijd demonstratief een stukje rookworst.

Zürich speelt een voortrekkersrol bij de Zwitserse reformatie. Een stad als Bazel aarzelt lang alvorens tot het nieuwe geloof over te gaan. Johannes Oecolampadius werkt daar sinds 1515 als prediker in de kathedraal, later als hoogleraar aan de universiteit. Via correspondentie met Erasmus komt Zwingli met hem in contact en samen werken ze aan de verbreiding van het hervormde gedachtengoed: Basel (1525) en Bern (1528) gaan onder hun invloed over tot de hervorming. In 1529 verklaart Zürich de oorlog aan de katholiek gebleven kantons. Andere protestante kantons aarzelen Zürich te volgen. Als de katholieken Zürich in 1531 aanvallen, sneuvelt Zwingli in de strijd bij Kappel. Hij wordt opgevolgd door Heinrich Bullinger.

In de achttiende eeuw werd tijdens de Franse overheersing het kanton Zürich gevormd. De economische bloei van de stad begon in de textielindustrie en werd uitgebreid in de loop van de negentiende eeuw bij de opkomst van de financiële dienstverlening en het verzekeringswezen. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw groeide de stad uit tot de huidige omvang.

 
PREV NEXT
Prev Next
X